De Vlier

De gewone vlier (Sambucus nigra) is een lid van de muskuskruidfamilie ( Adoxaceae). De bloei vindt plaats tussen mei en juli. Bestuiving gebeurt door insecten. De vruchten zijn in september en oktober rijp en de plant vermeerdert zich via zaad dat gespreden wordt door spreeuwen die lust hebben voor de bessen. Botanisch gezien zijn de bessen steenvruchten.

Veel dieren ervaren de gewone vlier als giftig dankzij de aanwezigheid van cyaanverbindingen in het blad. Toch heeft het edelhert geen last om de delen ervan te verteren. Judasoorzwammen zijn meestal te vinden op vlierhout.

De habitatvereisten van de vlier zijn relatief laag en men vindt ze soms zelfs in dakgoten.

De gewone vlier heeft een in de natuur voorkomende varieteit, de peterselievlier (Sambucus nigra var. laciniata), die gekenmerkt wordt door diep ingesneden bladeren.

Houtbewerking

De vlier heeft zacht hout dat niet splintert, maar dat hard wordt als het gedroogd is. Daardoor kunnen er allerlei kleine producten en gereedschappen uit gemaakt worden.

Voor het beschermen van kleine objecten wordt het merg van takken gebruikt.

Vroeger was de afvoer van de gootsteen boven de grond zichtbaar, buiten de muur. Er werd een vlierstruik aangeplant om het gat te verbergen.

Voor het afhouden van muggen worden gekneusde bladeren boven deuren of ramen gebonden. Om lastige vliegen te weren, plaatst men kransen van vliertakken over de hoofden van paarden.

Toepassingen voor medisch gebruik

Er worden allerlei gunstige effecten aan de vlier toegeschreven. Hippocrates, de Griekse arts uit 400 voor Christus, verwees naar de vlier als zijn “medicijnkastje”. Ook andere bekende oudheidkundige artsen, waaronder Theophrastus, Dioscorides en Galenus, beschouwden de vlier als een van de meest effectieve medicinale planten in de natuur. Hildegard van Bingen, een plantkundige uit de 12e eeuw, en Martin Blochwich, een arts en auteur uit de 17e eeuw, prijzen ook het belang van de vlier.

Voor het tijdperk van antibiotica, was vlier een essentieel ingrediënt in veel geneesmiddelen van kruidengenezers, farmaceuten en artsen. Tegenwoordig wordt het als een alternatief voor conventionele medicijnen gebruikt, en vooral als extract om verkoudheid, virale infecties (influenza en herpesvirussen) te bestrijden. Vlier wordt vaak aangeraden als complementaire therapie, samen met klassieke antioxidanten zoals vitamine C en zink, om het natuurlijke helingsproces te ondersteunen.

De Europese zwarte vlier is een rijke bron van plantaardige pigmenten en fenolische bestanddelen. Flavonolen zoals quercetine-3-glucoside en quercetine-3-rutinoside, evenals een breed scala aan anthocyanen, die verantwoordelijk zijn voor de diep rode, paarse en violette kleuren van fruit, groenten en vlierbessen, bevinden zich in vlierbessen. Door opname van de anthocyanen in vlier kunnen de antioxiderende eigenschappen in het lichaam aanzienlijk toenemen. Uit dier- en in vitro-onderzoek blijkt dat anthocyanen de celdood (apoptotisch en necrotisch) verminderen en het risico op hartinfarcten reduceren door ontstekingsremmende en ontspannende eigenschappen op de kransslagaders.

Toepassing in de keuken

Vlierbloesembeignets worden als nagerecht gegeten, terwijl de bloeiwijze ook in pannenkoeken wordt gebruikt. De Noord-Amerikaanse indianen frituren de bloesem. In Engeland staat de siroop bekend als Elderflower Cordial, terwijl Zweden Fläderblomssaft noemen. Gedroogde bloesem wordt gebruikt om kruidenthee van te zetten, en ook een verfrissende limonade wordt gemaakt, die bij verkoudheid wordt gebruikt. Gezeefde siroop van vlier wordt als huismiddel gebruikt tegen keel- en buikpijn.

Vanaf Sint Jan (24 juni) kan men de jonge plantenstengels gebruiken.

Bessen uit de vlierfamilie bevatten veel vitamines. Er zit een licht giftige stof in de bessen, genaamd sambunigrine, maar deze wordt onschadelijk als je de bessen kookt. Er worden verschillende producten van de vruchten gemaakt, zoals vruchtensap, sterkedrank, jam, gelei en siroop. Daarnaast worden de bessen ook gebruikt voor verven.

Voor het maken van vruchtenwijn worden zowel bloemen als bessen gebruikt.

Superstition

De bloesem van de vlier wordt geassocieerd met voorspellende magische krachten. In Centraal-Europa beloven jonge meisjes elkaar op de avond van 21 juni dat ze een bloeiende bloem achter hun bed zullen hangen. Op deze manier zou hun toekomstige echtgenoot zich in hun dromen moeten openbaren.

In de Middeleeuwen had de vlier de faam dat hij als afweerkruid diende om te beschermen tegen hekserij. Deze struik stond in het bijzonder onder de bescherming van Vrouw Holle.

In hekserij en wicca wordt de vlier gezien als een heilige boom die absoluut niet mag worden verbrand. De Wiccan Rede waarschuwt in het Engels: Elder is the Lady’s tree, burn it not or cursed you’ll be ofwel Vlier is de boom van de Vrouwe, verbrand haar niet of je wordt vervloekt.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *