
De Lutra lutra, ook bekend als de Europese otter of visotter, behoort tot de marterachtigen en heeft zwempoten en een donkere, dichtbehaarde vacht. In 1758 publiceerde Carl Linnaeus de wetenschappelijke naam van de soort als Mustela lutra. Van alle otters (Lutrinae) heeft de Europese otter het grootste verspreidingsgebied en is te vinden in een groot deel van Europa en Azië.
Inhoud
Eigenschappen
Volwassen otters kunnen variëren van 80 tot 140 centimeter in lengte, waarvan de staart tussen de 30 en 50 centimeter is. Hun gewicht varieert van 5 tot 12 kilogram, met een gemiddelde schouderhoogte van 30 centimeter. Mannelijke otters zijn over het algemeen groter dan vrouwtjes. Mannetjes hebben een kop-romplengte van 60 tot 90 centimeter, een staartlengte van 36 tot 47 centimeter en een gewicht van 6 tot 17 kilogram. Vrouwtjes hebben een kop-romplengte van 60 tot 70 centimeter, een staartlengte van 35 tot 42 centimeter en een gewicht van 6 tot 12 kilogram.
Het lichaam van het dier is zo ontworpen dat het goed is aangepast aan het leven in het water. De ogen, oren en neusgaten zijn bovenop de platte kop gelegen, zodat ze boven water blijven als het dier aan het oppervlak zwemt. De otter heeft zwemvliezen tussen de tenen van elke korte, krachtige poot. De lange, ovaalronde staart helpt bij het stabiliseren en roeren tijdens het zwemmen. De snuit is breed.
De buikzijde van de vacht is meestal lichter van kleur en bestaat uit twee laagjes. De buitenste laag is waterdicht en gevormd door dekharen en de binnenste laag is luchthoudend en bestaat uit dicht opeengeplante donsharen, die droog blijven onder water. De dekharen drogen vrij snel en hechten als het water weg is aan elkaar.
Om warm te blijven tijdens het jagen onder water is het van groot belang dat de otter waterdicht is, aangezien deze nauwelijks over onderhuids vetweefsel beschikt. Een goed onderhouden vacht voorkomt onderkoeling.
Voeding
De otter heeft als voornaamste voedsel vis zoals paling, baars, snoek, karper en zalm die kleiner zijn dan 25 cm. Daarnaast eet hij ook amfibieën, watervogels, woelratten, ratten, rivierkreeften, krabben, wormen en insecten: alles wat hij in het water aantreft.
Manier van handelen
Otters hebben de mogelijkheid om gedurende een periode van zeven tot acht uur achtereen te zwemmen met een gemiddelde snelheid van 1,5 tot 2 kilometer per uur. Onder water blijven ze gemiddeld tien tot veertig seconden.
Otters zijn activiteit toont zich meestal ’s nachts en ze leven meestal alleen. Om te zoeken naar voedsel kunnen ze reizen over een afstand van 3 tot 10 kilometer. Gedurende de dag zoeken ze naar beschutte plaatsen zoals rietbedden, holen onder de grond en holle bomen als plek om te rusten. Soms ligt de ingang van een hol onder water, maar met een luchtgat voorzien van lucht. De bodem van het rusthol is bedekt met droog, plantaardig materiaal. Een dier gebruikt vaak meerdere rustplaatsen binnen zijn woongebied en langs oevers ligt het territorium.
Reproductie
De voortplantingscyclus is gebonden aan de aanwezigheid van voedsel. In Zweden, waar het water in de wintermaanden bevroren is, krijgen de jongen in de lente leven. Op de Shetlandeilanden worden de jongen in de zomer geboren, wanneer er een rijkelijke hoeveelheid vis beschikbaar is.
Dieren van hetzelfde geslacht houden zich afzonderlijk van elkaar op in verschillende gebieden, waarbij het territorium van een mannelijke otter dat van een aantal vrouwelijke otters overlapt. De omvang van het leefgebied van een individu wordt beïnvloed door onder andere de hoeveelheid voedsel dat beschikbaar is en de dichtbevolking van otters.
Op het Europese continent krijgen otters meestal in de lente en zomer jongen, maar in theorie kunnen ze het hele jaar door jongen krijgen. De gemiddelde leeftijd waarop vrouwtjes voor het eerst jongen krijgen is 2 jaar. Na een draagtijd van 61 tot 63 dagen worden de baby’s geboren; er is geen verlengde draagtijd voor de Europese otter. De meeste worpen (nesten) bevatten 2 tot 3 jongen, met een maximum van 5 per worp. In gebieden waar er veel sterfte optreedt door verkeer of jacht, is de gemiddelde worpgrootte hoger dan in gebieden met minder druk op de populatie.
De moeder zorgt voor de jongen die blind ter wereld komen en ongeveer 15 centimeter lang zijn. Wanneer ze 35 dagen oud zijn, openen ze hun ogen, en na drie maanden nemen ze hun eerste duik. In het algemeen duurt de zoogtijd 16 weken en na tien tot twaalf maanden zijn de dieren onafhankelijk. Ze zijn gemiddeld geslachtsrijp na anderhalf tot twee jaar. In gevangenschap kunnen otters 11 tot 15 jaar oud worden, maar in het wild worden ze meestal niet ouder dan 3 tot 4 jaar.
Verbreidingsgebied en Habitat
De verspreiding en het leefgebied van otters varieert sterk, afhankelijk van diersoort. Sommige soorten zijn zeer algemeen en kunnen overal in de wereld voorkomen, terwijl andere soorten vrijwel uitgestorven zijn. De meeste otterssoorten leven in de buurt van kustlijnen en meren, maar enkele soorten leven ook in rivieren en beken diep in het land.
De otter is oorspronkelijk over de hele wereld verspreid, met uitzondering van IJsland en eilanden in de Middellandse Zee. Het is aangetroffen in Europa, Azië van Palestina en Klein-Azie tot Siberië, Japan, Sri Lanka, en Indonesië, en Noordwest-Afrika van Marokko tot Tunesië.
De otter verblijft meestal in zoetwatersystemen met voldoende schuilplaatsen, zoals rivieren, meren, kanalen, beken en moerassen. Langs de kustlijn wordt hij ook regelmatig gezien, met name bij rotskusten en estuaria. Ook in de bergen komt hij voor, tot wel 4210 meter hoogte in Tibet.
Sinds de Middeleeuwen was er veel jacht op otters, waarbij sommige grote populaties in staat waren om stand te houden terwijl andere kleinere populaties uitstierven. De jacht was toen vooral bedoeld voor de rijken. Omstreeks 1900 werd de jacht op grote schaal uitgevoerd, vooral door vissers die de otter als een grote concurrent zagen. Hoewel de otter slechts vier of vijf vissen per dag nodig heeft, werd er toen geloofd dat het dier hele vijvers en waterlopen zou kunnen leegvissen. In het Verenigd Koninkrijk was meestal een meute van twintig honden voldoende om de jacht uit te voeren, terwijl er in Nederland slechts een paar honden voor nodig waren. In Vlaanderen werden er tot de jaren 60 premies uitgereikt voor elk gedode dier. In een bepaalde periode werden er zelfs driehonderd premies uitgereikt, waardoor mogelijk elke otterfamilie in Vlaanderen getroffen werd. De watervervuiling die daarop volgde, verminderde hun aantal aanzienlijk.
Vanwege de vervuiling, de vernietiging van leefgebieden, verstoring, verkeer, vissen met netten en jacht, heeft het aantal otters in West-Europa afgenomen. Zelfs in sommige landen zoals Nederland en Zwitserland was de soort uitgestorven. Maar tegenwoordig is de soort weer aan het groeien.
De otter in de Nederlandse en Vlaamse gebieden
Nederland
Door de hardere levensomstandigheden, met het opkomen van de mens met zijn jacht en auto’s, hadden otters het moeilijk in Nederland. Deze omstandigheden leidden ertoe dat de soort uitstierf in 1988. In 1989 werd er een otter doodgereden in Friesland; het laatste exemplaar dat in Nederland is waargenomen. Hierna werd de soort definitief uitgestorven verklaard. Daarom werden er vervolgens plannen bedacht om Nederland weer toegankelijk te maken voor otters. Om te overleven hebben ze 8 tot 12 kilometer ongehinderde natuurlijke oevers nodig in visrijke wateren met schoon en helder water.
De otter verscheen op de Nederlandse Rode lijst en er werden maatregelen genomen om zijn leefgebied weer aan te passen, zodat het veilig en geschikt zou zijn voor de soort. In 2002 werd er een poging gedaan om de soort in de gebieden De Wieden en Nationaal Park de Weerribben in Overijssel opnieuw te introduceren door er otters uit te zetten.
Introductie opnieuw
Omdat de otter een gevoelige soort is die afhankelijk is van de kwaliteit van zijn biotoop, vormt hij een goed teken voor de gezondheid ervan. Hij is ook een geliefd dier vanwege zijn speelse en grillige gedrag. Daarom wordt er veel gedaan om de otter te herintroduceren. In 2002 werden er enkele otters vrijgelaten in de Weerribben, waar in 2004 de eerste vier wilde jongen werden geboren. Om de populatie te vergroten, werden er in 2004 nog vijf otters uitgezet, waardoor er nu drie generaties otters in De Wieden en de Weerribben aanwezig zijn en het doel is om minstens 40 otters in het wild te hebben.
- In het begin kwamen er helaas slachtoffers door het gebruik van verkeerde verdovingsmiddelen;
- Er is een meningsverschil tussen de betrokken organisaties;
- Het verkeer was een bron van verlies;
- Ondanks alles, is het nog steeds mogelijk om met behulp van normale migratie uit Duitsland Nederland te bevolken met otters.
Het is nog steeds onduidelijk of de otter populatie zich zal blijven verbeteren. Er bestaat een gevaar voor inteelt dat veroorzaakt wordt door een gebrek aan genetische variatie, wat kan worden verholpen door het invoeren van dieren uit het buitenland. Aangezien er een verbinding is met leefgebieden in Duitsland, is het waarschijnlijk dat de genetische diversiteit zal toenemen door contacten en door spontane migratie. Verkeer is nog steeds de voornaamste oorzaak van de dood bij otters. Relatief veel vrouwtjes zijn aanwezig, maar deze vallen minder in het verkeer omdat ze minder treklustig zijn dan de mannetjes.
Om de leefomgeving van de otter te verbeteren, is het noodzakelijk om de ecologische verbindingszones te voorzien van voorzieningen. Hiervoor worden loopplanken of wandelpaadjes gebouwd onder bruggen en tunnels onder wegen aangelegd. Deze constructies dienen echter regelmatig onderhouden te worden om het voor de dieren mogelijk te maken ze te gebruiken.
In november 2019 meldden de Zoogdiervereniging en de Wageningen Universiteit dat het herintroductieprogramma van de otter in Nederland tot dusver een succes was. Deze dieren verspreidden zich meer over het land, waaronder in Overijssel, Friesland, Flevoland en Drenthe. Daarnaast werden ook kleinere aantallen gesignaleerd in Gelderland, Zuid-Holland, Groningen en Noord-Holland.
Observaties.
In Friesland is de otter gespot in het Ketelmeer en de Lindedijk. Er is een voornemen om nog meer otters uit te zetten in De Oude Venen in Friesland. Om dit plan een kans te geven op slagen, zullen er in Friesland fuiken als stopgrids geplaatst moeten worden en ook zal er rondom De Oude Venen voorziening voor de fauna moeten worden gecreëerd op de drukke wegen.
In 2020 werd in de Groninger provincie door Staatsbosbeheer een otter waargenomen bij de Ruiten-Aa. Tevens werd de otter soms gezien in de stadsgrachten van Groningen.
In januari 2012 werd de otter, na meer dan 50 jaar stilte, weer gezien in het watersysteem van Twente in Overijssel. Ecologen van Landschap Overijssel hebben verder sporen en uitwerpselen van een mannetjesotter gevonden in de Benedenregge, gelegen tussen Hankate en de uitmonding in de Vecht. De terugkeer van de otter geeft aan dat er voldoende voedsel is en dat de waterkwaliteit hiervan voldoet. Daarnaast is ook het Reevediep bij Kampen een bekende plek voor de otter. [7]
Medewerkers van Natuurmonumenten hebben in oktober 2013 otters gespot in de Oostvaardersplassen bij Lelystad in Flevoland, en in het Harderbos bij Zeewolde, evenals in het Voorsterbos bij Marknesse. Men vermoedt dat otters uit de Oostvaardersplassen hun territorium hebben uitgebreid naar het Harderbos, en dat dieren afkomstig uit De Wieden zich naar het Voorsterbos hebben verspreid.
In 2016 werd een wilde otter op camera vastgelegd bij Ankeveen in Noord-Holland en sindsdien zijn er waarnemingen van otters in het Naardermeer[8]#cite_note-8). In 2021 werden otterjongen geboren in het Naardermeer[9] en in hetzelfde jaar werden voetafdrukken gevonden in IJburg. In Muiderberg worden regelmatig sporen van otters ontdekt.
In de Nederlandse provincie Gelderland, vonden de medewerkers van het waterschap Veluwe in augustus 2011 ten westen van de stad Zutphen uitwerpselen en andere bewijzen voor de aanwezigheid van een otter. Volgens het waterschap was dit de eerste keer sinds 1988 dat de otter op de Veluwe weer was vastgesteld [10].
In 2011 werd in Zuid-Holland een dode otter ontdekt in Hazerswoude, waar hij niet eerder levend was gezien. Eind 2013 werd een otter gezien in de Nieuwkoopse Plassen in dezelfde provincie, de eerste keer in 30 jaar dat een otter in het Groene Hart werd waargenomen. In februari 2014 kwam een otter om het leven bij een verkeersongeluk op de A12 bij Gouda.
België
In 2010 verklaarde Natuurpunt, een natuurorganisatie, na een zoektocht de otter uitgestorven in Vlaanderen. In die periode werden er ook geen gevonden in Wallonië. Sindsdien zijn ze sporadisch herontdekt.
In 2012 werd een otter gezien in een moerasgebied in de Rupelstreek.
In juni 2012 werd door een webcam in België een opname gemaakt van een otter op slechts enkele meters afstand van de Nederlandse grens bij Weert. De aanwezigheid van de otter is waarschijnlijk te danken aan de herstelwerkzaamheden in het gebied Kempen-Broek. Er wordt verwacht dat de otter zich zal verspreiden door middel van de nabijgelegen Tungelroyse Beek, dat ook grotendeels in de natuurlijke staat teruggebracht is.
In de herfst van 2012 werd er een dode otter aangetroffen op de E313 in de buurt van Ranst.
In het laatste deel van oktober 2017 werd er in de noordelijke Scheldevallei een nestplaats gevonden. Door deze vondst wordt de terugkeer van de otter naar deze regio als officieel beschouwd.
In April 2020 was een otter gezien in het natuurgebied Het Broek, gelegen tussen Mechelen en Willebroek in Blaasveld.
In Wallonie is de otter teruggekeerd, zo werd er in 2022 bewijs gevonden van de aanwezigheid van de soort in de omgeving van de Semois.