
Het slijtageproces van een vaste oppervlak waarbij materiaal verplaatst of verdwijnt wordt erosie genoemd. Op Aarde gebeurt erosie meestal door de werking van de wind, stromend water, ijs, maar ook door vulkanisme en meteorietinslagen. Erosie is een natuurlijk fenomeen. Mensen kunnen het proces versterken, bijvoorbeeld door het kappen van bomen en het ploegen van de aarde.
Er moet geen verwarring zijn tussen erosie en verwering. De verschillen tussen deze twee fenomenen is dat erosie de grond verplaatst, terwijl verwering de grond mechanisch in stukken breekt of chemisch verandert maar op dezelfde plaats blijft. Daarbij is wel zo dat mechanisch of chemisch verwerkte grond relatief eenvoudig
Door de structuur van de woorden te wijzigen zonder de contextuele betekenis te veranderen, kan plagiaat worden vermeden. Het is essentieel dat de markdown-opmaak behouden blijft.
Erosie
Regendruppels en stromend water zorgen ervoor dat bodemdeeltjes losgemaakt worden en op verschillende manieren worden verplaatst. Deze verplaatsing leidt tot schade aan bodemkwaliteit en -productiviteit en ook tot modderoverlast in stroomafwaarts gelegen gebieden. Daarnaast zorgt kale aarde op hellingen voor een verhoogde kans op aardverschuivingen. Watererosie geeft kenmerkende erosiegeulen die diep kunnen zijn en grote hoeveelheden water en meegespoelde bodemdeeltjes kunnen transporteren naar een rivier of meer.
De beplanting zorgt ervoor dat de grond vastgehouden wordt. Dankzij de plantenwortels kan het water dieper in de grond doordringen, waardoor het minder kans heeft om langs het oppervlak weg te stromen.
Erosie en sedimentatie worden beïnvloed door het proces van verticale rivierwerking.
Rivieroevers worden geërodeerd
Vooral in bochten kan de stroomsnelheid zo hoog zijn dat het zandige oeverdeeltjes uitspoelt. Hierdoor wordt de rivierbocht breder, waardoor de rivier een meander krijgt. De buitenbocht van de bocht wordt door erosie dieper, terwijl de binnenbocht ondieper wordt.
Aan de kust is erosie
Aan de kust kunnen erosieprocessen optreden die op die van een rivier vergelijkbaar zijn door het effect van getijstromen. Bovendien versterken invallende golven die schuin op de kust staan, vaak de erosie door een brandingsstroom. Een bijzondere vorm van kusterosie die optreedt bij stormen met een verhoogde waterstand op zee, wordt duinafslag genoemd.
Wind Erosie
Windverstuiving van de grondlaag komt voort uit de kracht van de wind, waarbij bodemstukken worden opgenomen. Als de bovenste lagen van de bodem al weg zijn, is de bodem gevoeliger voor verstuiving, waardoor het landschap meer kwetsbaar is voor winderosie. Een landschap dat wordt beïnvloed door winderosie, zoals een zandverstuiving, kan zeer dynamisch zijn. In Nederland vindt de meeste winderosie plaats aan de kust (duinformatie), in droogtegevoelige veengronden in de Veenkolonien en in zandverstuivingen op de Veluwe, Noord-Brabant en Drenthe. Lossafzettingen zijn een voorbeeld van door de wind vervoerde en weer afgezette bodems en behoren tot de eolische afzettingen. Lossafzettingen komen voor over een groot deel van Europa en de Volksrepubliek China. Ze zelf zijn weer vatbaar voor verschillende vormen van erosie.
Met name langs de zeekusten is de samenstelling van wind- en waterprocessen een voorkomend fenomeen.
Ploegerosie
Ploegerosie treedt op wanneer er een akker wordt geploegd op een helling. De ploeg werkt door de bodemdeeltjes op te tillen, waarna ze door de zwaartekracht lager op de helling terugvallen. Als gevolg hiervan zal erosie bovenaan de akker ontstaan, terwijl er onderaan sedimentatie plaatsvindt. Daarnaast zullen convexiteiten en concaviteiten weggewerkt worden, waardoor de bodemkwaliteit afneemt.
Om de erosie tegen te gaan, ploegen de meeste boeren deze dagen niet meer dwars op de hoogtelijnen, maar evenwijdig. Wanneer de grond dwars op de hoogtelijnen wordt geploegd, kan het water gemakkelijk naar beneden stromen, waardoor de bodem gemakkelijk kan worden weggespoeld. Als men evenwijdig aan de hoogtelijnen ploegt, kan het water veel minder gemakkelijk naar beneden stromen, waardoor erosie wordt beperkt.
Om erosie te beheersen
In de strijd tegen erosie zijn er verschillende beheersmaatregelen beschikbaar. Een cruciaal element is het behouden van vegetatie en het vermijden van stromend water.
Om de natuurlijke begroeiing onder controle te houden, zijn er beheersmaatregelen noodzakelijk.
- Niet alle bomen op een keer verwijderen uit een bosperceel
- Zelfs op zeer hellende heuvels en bergen, moeten bomen geplant worden, en het kappen ervan tot hakhout worden verminderd: dit voorkomt dat de bomen omvallen en de daarmee gepaard gaande erosie.
De landbouw die op hellingen wordt uitgeoefend, heeft verschillende beheersmaatregelen die kunnen worden toegepast:
- Door te ploegen langs de hoogtelijnen kan er meer sproeistof nodig zijn, wat de druk op de linker- en rechterkant van de sproeier verhoogt.
- Om te voorkomen dat de bodem na de oogst leeg is, kan groenbemesting, zoals gele mosterd of lupine, en het laten staan van gewasresten behulpzaam zijn, vooral in de winter en tijdens regenseizoenen.
- Terras en dammetjes langs de hoogtelijnen zullen de grond en het water vast houden, zoals bij sawahs.
- Groen langs de hoogtelijnen plaatsen om de grond en het water op te vangen.
- Er kan overgegaan worden tot “niet kerende” landbouw, wat echter leidt tot een lagere opbrengst en hogere kosten voor onkruidbestrijding.
- Opvangbekkens installeren waar het water tot rust komt en de grond neerslaat.