De familie der reigers telt de grote zilverreiger ( Ardea alba ) als een van haar leden. Ooit gekend als Egretta alba (Linnaeus, 1758) of Casmerodius albus, is deze vogel een wit exemplaar.

De grote zilverreiger heeft een lengte van tussen de 85 en 100 cm, wat even groot is als de blauwe reiger. Ook heeft deze vogel een spanwijdte variërend van 1,45 tot 1,70 meter en een gewicht van 1 tot 1,5 kg.

De reiger met het grote zilverachtige verenkleed bouwt haar nesten in bomen, vaak samen met andere watervogels die in kolonies broeden.

De grote zilverreiger voedt zich met vis, amfibieen, kleine zoogdieren en soms ook reptielen en vogels. Deze soort voedt zich meestal in ondiep water, maar ook op het land. De jacht-techniek is eenvoudig: de vogel staat enige tijd roerloos totdat een prooidier in de buurt komt of rustig wadend zijn prooi achtervolgt. Eenmaal dichtbij spiets hij het met zijn dolkvormige snavel.

De grote zilverreiger is te vinden in landen zoals Italië en Turkije, en is nu ook aanwezig op de Balkan. In Europa is deze vogel in opmars en broedt hij tegenwoordig ook in België, Nederland, Duitsland, Slowakije, Polen, Wit-Rusland en Litouwen. Het eerste broedgeval in Nederland werd in 1978 in de Oostvaardersplassen waargenomen. Daarna is het aantal broedparen in Nederland geleidelijk gestegen tot 150 per jaar in 2007. Omdat het aanvankelijk niet duidelijk was dat deze vogel zou blijven broeden, is hij in 2004 op de Nederlandse Rode Lijst geplaatst als ‘gevoelig’. Volgens de internationale IUCN-lijst (vermeld als Casmerodius albus) is hij ‘niet bedreigd’, maar valt hij wel onder het AEWA-verdrag.